Archief

BART
SCHEERDER

Wederkerigheid van rangschikking bij latente vogelvrijverklaring

In zijn kolossale schuur in Noord Frankrijk heeft Bart Scheerder last van duiven. De duivenpoep is vies en ongezond. De enige manier om de duiven uit de achttien meter hoge nok te verdrijven is met geweld. Hij gaat ze te lijf met een zwaar kaliber windbuks, een erfstuk dat al drie generaties Scheerder meegaat. Hij is er erg handig mee en aan de plaag lijkt spoedig een eind te komen. De geschoten duiven verdwijnen in de vrieskist, want duif schijnt lekker te smaken.

In de vrieskist zit nog veel meer wild; een uil, een fazant en allerlei ander gevogelte, verder twee vossen en vast nog het een en ander dat Scheerder op zijn zwerftochten in de natuur is tegengekomen. Ooit heeft hij een heel hert ingevroren dat was aangereden. Met uitzondering van de duiven zijn alle dieren toevallige vondsten, ze waren al dood of stervende toen hij ze aantrof. De fascinatie van Scheerder voor de fauna gaat ver. Hij vilt de dieren, en eet ze op, na bereiding uiteraard. Ik betwijfel of het pure nieuwsgierigheid naar de smaak is. Ik denk dat het verder gaat, dat hij zich als het ware vereenzelvigt met de dieren.

In zijn recente sculpturen speelt het dier een tragischer en weerlozer rol dan ooit, net als de mens overigens. Telkens als de twee elkaar ontmoeten gaat het fout; een zwaan wordt uit z’n lijden verlost nadat deze de beregende snelweg per abuis als rivier aanzag… Ook in een ander beeld speelt de snelweg een dramatische rol, getuige het bermboeket, dat al snel de associatie met de nagedachtenis aan een ongeval oproept. En wat te denken van het meisje dat een dode kat wegsleept?

De indringende mens- en dierfiguren van Scheerder zijn poëtisch en ontroerend. Ze zijn ook fysiek, vleselijk en gewelddadig. Hij maakt de beelden met traditionele middelen; gips en verf, en hij begeeft zich hiermee in de marge van wat in de kunst de afgelopen jaren is gebeurd. Zijn ‘verblijf op afstand’ in Frankrijk versterkt deze indruk. Bij Scheerder tref je geen nieuwe media of moderne materialen aan. Hij blijft trouw aan de uitgangspunten die hij al jaren geleden, reeds op de Rietveldacademie formuleerde. Door hun indringende rauwheid maken de beelden evenwel

indruk en in hun gewelddadigheid en onderwerpskeuze zijn ze van deze tijd of eigenlijk tijdloos. Het zijn beelden die blijven hangen temidden van het ons omringende beeldenbombardement van de moderne media.

De sculpturen zijn traditioneel van opzet, maar de uiteindelijke presentatie is dat geenszins. Het gebruik van ‘gevonden materiaal’ slaat bij Scheerder niet alleen op de dode dieren die in zijn vrieskist worden aangetroffen. Gevonden bouwmaterialen als gipsplaat of oud hout zijn de bouwstenen voor fragiele, geknutselde installaties die mens- en dierfiguren met elkaar verbinden, die de functie van krakkemikkige sokkel hebben of die provocerend een relatie met de tentoonstellingsruimte aangaan. Het is hedendaagse installatiekunst die de vorm aanneemt van expressionistische tabeaux vivants.

Het zijn bevroren momenten die ons wijzen op de tragiek van de moderne wereld die in aanvaring komt met de natuur. Scheerder is daarbij geen moralist of natuuractivist. Hij is zich maar al te bewust van de gewelddadigheid die de natuur zelf in zich heeft. Uilen, vossen, haaien, honden, ze vervullen in zijn installaties een ambivalente rol; ze zijn dader en slachtoffer tegelijk. Ze ontroeren en beangstigen. Ook de kunstenaar zelf kent angst voor de natuur getuige zijn in een beeldeninstallatie getoonde haaienfobie. Maar bovenal kunnen de dieren, gelijk de mens, zichzelf niet helpen.

Gelijk de mens? Ik moet denken aan een van de beste en meest absurde beelden die Scheerder ooit maakte. Een tafereel laat een onthoofde vrouw en een onthoofde man zien. De vrouw heeft in iedere hand één hoofd. De man probeert het bloeden te stelpen met zijn nekstomp tussen haar billen en met zijn handen op haar open hals. Wat wil Scheerder ons zeggen? De lamme helpte de blinde? Romeo en Julia in de overtreffende trap? In al zijn bizarre bloederige hulpeloosheid balanceert het beeld tussen horror en romantische tragiek. Een happy end is aan Scheerder niet besteed, maar ik ken weinig kunst die zo dramatisch en ontroerend is.

Jan Maarten Voskuil
17 december

+ uitnodiging
+ persbericht
+ uitnodiging lezing
+ persbericht lezing
+ tekst lezing

afbouw

Credits

Opening
Bart van de Ven (The Living Room)