Archief

JAN
FABRE

Het graf van de onbekende computer

‘Het graf van de onbekende computer’ is een installatie van de Belgische kunstenaar Jan Fabre, bestaande uit circa 600 houten kruisen, bedekt met het voor Fabre kenmerkende blauw van de Bic-balpen. De kruisen dragen de volksnamen van insekten, zeer ingenieuze, zeer oude, maar tegelijkertijd in de huidige tijd steeds meer bedreigde organismen. De installatie zal vier seizoenen lang blijven staan in het bos aan de Krommedijk in Diepenheim.
‘Het graf van de onbekende computer’ vormt de aanleiding voor de tentoonstelling in de Kunstvereniging, waarin het thema van het insekt centraal zal staan.
Luk Lambrecht gaat hieronder nader in op het werk van Jan Fabre, op de betekenis van het Bic-blauw en van het insekt.

Jan Fabre is een begenadigd kunstenaar. Zijn veelzijdig oeuvre vult een leemte in die de kloof overbrugt tussen de routine van het alledaagse leven en de inherente, maar tegelijk maatschappelijk gesanctioneerde drang naar vrijheid, fantasie en levensvreugde voor een utopisch bestaan. Jan Fabre laat de cocon-visie op het leven uiteenspatten in een aantrekkelijk schouwspel van krachtige plastische beelden die tot ieders verbeelding kunnen spreken. Het plastisch oeuvre van Jan Fabre streeft geen lineaire uiteenzetting na over (tautologisch-)theoretische problemen die de avantgarde van vandaag bezighoudt. Integendeel, hij blijft op een traditionele manier werken aan het plastisch-veelzijdig en rakelings ‘uitdrukken’ van het onuitspreekbare, het onzegbare – kortom het poëtische dat kan worden teweeggebracht door ervaringen en waarnemingen op deze wereld. Zijn oeuvre blijft herkenbaar. Fabre hanteert een opvallend label dat staat voor het (laten) Bicblauw inkleuren van tekeningen en objecten. De blauwe balpenkleur is het wapen van Fabre dat vooreerst een prachtmiddel is in dienst van de verleiding maar tegelijk kan dit populaire ‘witte boord’-medium de ondermijning betekenen van de tijdsbestendigheid van Hoge Kunst. (Balpeninkt verdwijnt na een tijd als het al te lang wordt blootgesteld aan licht.)

De monumentale schoonheid van Fabre’s plastisch werk toont in se de potentieel-wegkwijnende relativiteit ervan: de cirkel is en blijft rond. De natuur en haar randverschijnselen zij Fabre’s meest aangrijpend-inspirerende momenten: het diepblauw kantelen van de nacht naar de dag, het precieze tijdstip waarop alles ’s morgens vroeg wonderwel opnieuw tot leven en actie komt is zijn ‘rode draad’, zijn metafoor voor een wijdse verbeelding. Macht en verbeelding gaan in Fabre’s oeuvre een symbiotische alliantie aan. Het bewust oproepen van schoonheid of van een bepaalde vorm van estheticisme in hedendaagse kunstproduktie is tegendraads geworden in de context van een algemeen hedendaags kunstklimaat waar het uitspreken van het begrip schoonheid een dubieuze bijklank oproept. De aantrekkingskracht van het maagdelijke blauw in het oeuvre van Jan Fabre is als een abstracte stuwdam tegen een algemeen maatschappelijk verschijnsel: de sclerose in het maatschappelijk denken verplicht de kunstenaar tot oordelende uitspraken. Jan Fabre propageert een verontrustende vrijheid: plastisch werk dat via de kleur en de geconcentreerde verbeelding een nieuw denken aanspoort dat positief kan inwerken op het grijs-zwarte denken van vandaag.

Het oeuvre van Fabre zit trouwens verankerd in (familie-)tradities: Jean-Henri Fabre was een bekend entomoloog uit de achttiende eeuw en nakomeling Jan vond diens geschriften een ‘open’ en wonder-baarlijke en inspirerende meta- en micro-wereld. Afbeeldingen van insekten duiken reeds op in zijn allereerste tekeningen: ze functioneren als primaire tekens tegen een achtergrond van oneindigheid. De insekten in het oeuvre van Fabre accentueren de drang en het verlangen naar het creëren van een nieuwe spatiale dimensie: een zoektocht naar een metamorfose van onze benauwende noties over ruimte in een nauwelijks te definiëren plastische ervaring. Het gemeenschapsleven van insekten kan de vergelijking doorstaan van het ‘Théâtre de Vie’. Geweld, liefde, dood, ontbinding, arbeid, orde, discipline, wreedheid, angst en schoonheid verschijnen er onvermengd en elementair, in primitieve kracht, als zelfstandige grootheden. In de blik op de wereld der insekten wordt de natuur Theater, en wordt het theater Natuur.¹

Het project in het bos aan de Krommedijk in Diepenheim bestaat uit het spectaculaire inplanten van honderden blauw ‘bebicte’ houten kruisjes waarop de inscripties voorkomen van volksbenamingen van insekten. Dit opmerkelijke ‘Flanders Field’ met de titel ‘Het graf van de onbekende computer’ is niet alleen een indrukwekkende visuele verschijning maar tegelijk een aangrijpende allusie op het parallelle (anonieme) lot van insekt en mens. Fabre komt hier letterlijk naar buiten met een werk dat op een sociaal-maatschappelijk niveau kan worden gelezen. De volksbenamingen van de insekten op de kruisjes verpersoonlijken als het ware de ‘gewone man’ die van oudsher werd ingeschakeld als een anoniem, kwetsbaar en ‘opofferbaar’ schild ter verdediging van allerlei en uiteenlopende ideologieën en/of levensovertuigingen. Fabre ensceneert een gevoelig en diepmenselijk thema zonder daarbij te moeten vervallen in goedkoop sentiment. De enigmatische spanningsvelden tussen de overvloed aan kruisjes, de volksbenamingen van de insekten en de diepblauwe ‘bebicte’ kleur worden opgetild tot een exemplarisch mentaal perceptieniveau. Fabre zet een statement neer dat tijd en ‘voorbijgaande’ anecdotiek dribbelt in een poging om de tragiek van het opgeroepen beeld om te buigen tot een teken van hoop.

‘Het graf van de onbekende computer’ is een authentiek en eschatologisch statement als een indrukwekkend plastisch ‘blauw’ antwoord op het pessimisme en de littekens van de geschiedenis. ‘Er is wel degelijk een beter mensbeeld mogelijk – en omdat ik dat niet alleen met woorden kan zeggen, maak ik theater. En beeldende kunst’.²

Luk Lambrecht

¹ Bart Verschaffel in: Jan Fabre, Museum Overholland, Amsterdam, 1989.

²Jan Fabre in gesprek met Laurens de Keyzer in De Standaard Magazine, nr. 13, 1993.

+ bulletin recto / verso
+ uitnodiging
+ infoblad
+ routebeschrijving
+ persbericht videofilm Jan Fabre, dirigent van het toeval

Credits

Fotografie
A.B. ter Brake
Ruben Keestra